Sneeuwkettingen op banden leggen wordt ook wel omleggen genoemd. Dit omdat je de kettingen eigenlijk letterlijk om banden heen legt. Bij hele grote wagens is dit extra merkbaar, want vooral vrachtwagens hebben dikke wielen met een goot in t midden. Dit zorgt voor extra stevigheid, omdat kettingen voor zo’n formaat vaak een soort haken hebben.
Deze haken worden in het Engels ook wel Dog Paws genoemd, en zorgen voor extra grip op de wielen door dat ze in de goot van de wielen haken. Ook heb je bij voertuigen van zo’n formaat vrijwel altijd een ketting met een ring eromheen, die het makkelijker maakt om de ketting om het wiel heen te leggen. Dit komt omdat een ketting van dit formaat een stuk zwaarder is en moeilijker te handhaven. Ligt de ketting er eenmaal omheen, dan ga je net zoals bij een ketting van kleiner formaat hem daarna aanspannen. Als er klemmen met een katrolmechanisme op zitten dan haal je ze er op meerdere hoeken doorheen en span je ze beetje bij beetje aan. Ook heb je draaiklemmen die een halve slag gedraaid worden met een sleutel. Deze spannen dan meer aan per klem gedraaid.
Zoals eerder omschreven op deze site, hieronder nogmaals de gebruiksaanwijzing voor een standaard sneeuwketting. De banden voor voertuigen gebruiken eigenlijk deze standaard, of de bovenstaande voor echte grote wielen. Ga je een 9 persoons bus huren, of een bedrijfsbusje? Dan gebruik je dus normale.
– Om te beginnen moet je de ketting om de band heen halen, over het rubber. Klik deze daarna vast. Zo maak je hem klaar om te deze te verdelen en naar voren te halen.
– Haal daarna gelijkmatig de kettingen naar voren. Ze moeten aan elke kant van het wiel ongeveer evenveel naar voren komen. Heb je dit gedaan, klik ze dan vast. Hierbij hangen ze strak, een klein beetje boven de wieldoppen.
– Span de ketting aan. Net als snelbinders voor een aanhanger heeft een sneeuwketting ook een aanspan- en klikmechanisme. Zo trek je de ketting strak, en klik je het uiteinde vast aan het tegenovergestelde stuk ketting voor zover dit mogelijk is.
– Rij een stuk met de auto, en span de ketting nog een keer aan na zo’n 50 tot 100 meter. Dit om jezelf te verzekeren dat de ketting vast komt te zitten.